Tot hoever gaat de verantwoordelijkheid van de gemeente in het bieden van vrijwillige hulp, wanneer de veiligheid niet gegarandeerd kan worden en alle hulp ingezet is vanuit het vrijwillig kader?

Vanuit het gebiedsteam is een verzoek tot onderzoek gedaan bij de Raad voor de Kinderbescherming. Er is sprake van een onveilige situatie voor een moeder en kinderen. Zorg is over ontvoering van kinderen naar buitenland en mogelijk eerwraak etc. Eigenlijk zijn alle lijnen uitgezet en alle hulp in het vrijwillige kader ook. Moeder zit met de kinderen in een veilige opvang, vader verblijft in buitenland, maar heeft een netwerk is. Vader lijkt alle hulp tegen te houden, moeder wil wel graag hulp. Het gevoel is dat er mogelijk geen OTS zal komen. Dit zal betekenen dat er voor de kinderen geen verdere hulp kan komen. Wat kan een jeugdwerker van het gemeentelijke gebiedsteam dan nog doen? 
Alle hulp wat kan is ingezet in het vrijwillige kader en dan blijft de vraag staan, kan de gemeente dan nog voldoende veiligheid bieden? Kun je ook tegen een besluit van de RvdK ingaan, wanneer er geen OTS wordt aangevraagd bij de rechtbank?