Platform Vakmanschap Jeugdprofessionals

Landelijk channel

Vraag

12 januari 2024
Profielfoto van Paulien Rutgers
Directeur/eigenaar jeugdhulpverlener

“Ben jij betrokken bij een (vorm van) samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp/zorg? Hoe werkt daarin de regie en herken je de 4 kernrollen die in de toelichting staan beschreven? Wat werkt goed in die rolverdeling en hoe zou het beter kunnen?”

Toelichting

Ik ben bij Met Andere Ogen betrokken als Verbinder. Met Andere Ogen wil graag als netwerkorganisatie een sterkere samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp/zorg en heeft de ambitie om personen te versterken in hun rolneming: het vorm geven aan een netwerkregie waardoor deze samenwerking tot bloei komt.

Het blijkt vaak lastig te zijn om de verschillende werelden van onderwijs, jeugdhulp/zorg en het gemeentelijke sociale domein bij elkaar te brengen, en daarmee ook de regieneming in de samenwerking tussen deze domeinen. Behalve dat er sprake is van verschillende professionele werelden en bekostigingsvormen, zijn er ook verschillen in omvang van regio’s en het meer of minder domineren van een centrumgemeente en zijn er verschillen in de cultuur van een gebied en de geneigdheid tot samenwerken.

Uit een verkenning dat Met Andere Ogen heeft laten uitvoeren omtrent dit vraagstuk, is gebleken dat er in een dergelijke brede regieneming een viertal kernrollen bij elkaar komen, die zowel door één persoon vervuld kunnen worden als door meerdere personen.

Het gaat om de volgende kernrollen: 

1.Ontwerper, iemand die ‘ziet’ waar samenwerking inhoudelijk iets kan opleveren voor kinderen/gezinnen en die deze visie vertaalt in een praktische aanpak

2. Kwartiermaker, iemand die behulpzame kennis en ideeën inbrengt om de aanpak ‘regulier’ te maken in effectieve routines en daarmee een nieuw samenwerk-proces bestendigt

3. Verbinder, iemand die vanuit enthousiasme (nieuwe) partners bijeenbrengt en een prettig klimaat schept

4. Dirigent, iemand die het netwerk een identiteit geeft (‘smoel’) door partijen in hun kracht te zetten en verticale samenwerking tussen de sturingsniveaus tot stand te brengen.  

Motivatie

Vanuit mijn werk met het bieden van een ontwikkelplek voor thuiszittende kinderen, houd ik me heel erg bezig met de samenwerking op het snijvlak van onderwijs en zorg en heb ik met name op casus niveau te maken met samenwerking tussen de gemeente (jeugdprofessionals, wijkteam), samenwerkingsverband, leerplicht, school en eventuele andere betrokken hulpverlening. Meestal verloopt die samenwerking op casusniveau goed, hoewel we daarin soms ook tegen de (financiele) schotten tussen onderwijs en zorg aanlopen en we (maatwerk) out-of-the-box oplossingen moeten bedenken. Dan zou je het zo fijn vinden als op breder, bestuurlijk niveau, out-of-the-box regelingen voor handen zouden zijn en we daardoor met zijn allen niet steeds het gevoel moeten hebben dat we buiten de lijntjes aan het kleuren zijn. 

Met Andere Ogen is juist op dat breder trekken van die samenwerking heel erg actief, waardoor we ons gesterkt kunnen voelen en weten dat we zeker niet de enige zijn die buiten de lijntjes kleuren! Ik ben ontzettend benieuwd naar andere verhalen over de samenwerking tussen gemeente, zorg en onderwijs en zou daar graag door geïnspireerd worden! 

Werkgebied

Ik ben in twee organisaties werkzaam. Als directeur/eigenaar van A.A.I. centrum De Klimop, een onderwijs-zorgboerderij met specialistische jeugdhulpverleningbin Etten-Leur Noord-Brabant, waar thuiszittende kinderen worden opgevangen en teruggeleid naar school en als Verbinder bij Met Andere Ogen, een netwerkorganisatie die in opdracht van de ministeries van VWS en OCW werkt en gesubsidieerd wordt, waarbij VNG samen met Netwerk LPO opdrachtnemer is namens de Coalitie en een regiebureau het programmanagement levert.

Profielfoto van Esther Duursma
Kerngroeplid en Gezinscoach, Video Hometrainer en Kinder- en Jeugdcoach bij het Leger des Heils

Hallo Paulien,

Als gezinscoach ervaar ik geregeld als een soort mediator te fungeren tussen school en ouders thuis. Het valt me op dat ouders en onderwijs niet dezelfde taal spreken, waardoor er verwarringen ontstaan en verkeerde interpretaties. Met daarbij de dreiging dat kinderen thuis komen te zitten. Zo zonde!

Het helpt ouders als hen gevraagd wordt wat zij denken dat hun kind nodig heeft. Daarnaast helpt het als school uitlegt wat hun mogelijkheden en onmogelijkheden zijn, maar ook in hoeverre ze daarin, zoals jij ook zegt, out-of-the-box kunnen denken/doen. Een ouder weet niet hoe het gaat op school en welke regelingen er zijn. Door hierover duidelijk te zijn kan school laten zien welke kansen er zijn en geven ze ouders de kans mee te denken. Ook de leerling zelf hierin meenemen is belangrijk.

En mijn inziens mag school best 'gebruik maken' van die hulpverlening. Betrek de hulpverlening en laat hen bijvoorbeeld het vertaalwerk doen of geef de hulpverlening de ruimte om met ouders te sparren. Dit kan ouders een veilig gevoel geven en ze voelen zich wellicht meer serieus genomen.

Profielfoto van Linda Tuinman
Maatschappelijk werker, projectmedewerker

Dag Pauline,

Ik ben maatschappelijk werker bij Stichting De Kern en ingezet op het Deltion (MBO) in Zwolle (18.000 studenten). Daar is het Deltion Jongerenteam opgericht, door verschillende hulpverleningsinstellingen samen te laten werken binnen de school. We werken met een team van werkers van welzijnswerk, jongerenwerk, verslavingszorg, psychologen, schoolmaatschappelijk werk, werkers uit het wijkteam. We maken gebruik van elkaars expertise en zijn laagdrempelig toegankelijk voor de jongeren. De financiering is steeds voornamelijk gedaan door de gemeente Zwolle en Deltion zelf, maar gezien het grote aantal studenten uit de regio's om Zwolle is de hoop dat er meer gemeenten een steentje bij gaan dragen.
Misschien zou je dit een interessant concept kunnen vinden.
Groeten Linda Tuinman.

Profielfoto van Gina Bij de Vaate
Netwerkregisseur Jeugd

Beste Paulien,

De antwoorden op je vragen heb ik niet.
Wel ben ik vanuit de gemeente Zoetermeer als projectmanager aan de slag met de verbinding onderwijs en jeugdzorg, waarbij we de jeugdzorg binnen het onderwijs willen organiseren.
De kerntaken zoals jij ze omschrijft vertegenwoordigen zich op dit moment in de projectmanager, mijn rol dus.
Dit kan naarmate het project vordert wijzigen.

Het onderwerp wat je aanhaalt is relevant binnen mijn project, dus de respons op je vraag daar ben ik ook in geïnteresseerd.
Je mag mij benaderen als je verdere vragen hebt op g.a.bij.de.vaate@zoetermeer.nl.

Profielfoto van Bernlef Knossen
Bernlef Knossen
Ben in de Buurt (Osdorp en Bos en Lommer)

Beste Paulien,

Mogelijk kan ik je helpen met deze vraag.
Mijn naam is Bernlef Knossen en ik ben wijkverbinder BEN in de buurt Osdorp / Bos en Lommer (Amsterdam West).

Op onze website zie je wat wij in Amsterdam West aan het opzetten zijn.
https://benindebuurtblijfindebuurt.nl/

Je kunt mij bereiken op: info@bernlefknossen.nl of 0611472254

Profielfoto van Wolf Mense
Leercoach en - adviseur

Als voorbeeld van samenwerking/communicatie tussen zorg en onderwijs heb ik als voorbeeld
de theaterproducties van het Coornhert Lyceum in Haarlem.
Hier werden/worden theaterproducties opgezet waarbij de cast maar ook de musici en technici
vanuit alle klassen op school worden gevraagd auditie te doen. Zo ontstaat een schoolbrede productie
waarmee ook schoolbrede contacten tussen leerlingen ontstaan. Bij de voorbereidingen van dergelijke producties hebben de kinderen onderling veel informeel contact met leeftijdgenoten maar ook met kinderen uit hogere klassen waarbij allerlei leuke dingen maar ook verdriet en knelpunten makkelijker worden besproken. Bovendien streeft de school naar een effectief gender-beleid en om dat invulling te geven worden door de regie de rollen in toneelstukken vaak bewerkt door gender-omkering toe te passen. Dit maakt het makkelijker voor kinderen om zich in die omgekeerde-gender rol te bewegen
en ermee te experimenteren.
Op deze manier komen ontstaat er een vrijere omgeving om gender-problematiek, maar ook andere
sociaal-psychologische issues bespreekbaar te maken en aan de oppervlakte te krijgen en waar nodig zorg te bieden. Ook de signalering van andere problemen komen makkelijker aan het licht door de informele setting waarin de kinderen zich uiten.
Een theaterproductie is dan niet alleen een kunstuiting, maar ook een diagnostisch instrument.
Ook een vak als gym is bijzonder belangrijk om de groepsdynamiek van een groep leerlingen in kaart te brengen. Bij rapportvergaderingen ligt de nadruk vooral op cijfers, terwijl voor het welbevinden van de kinderen de groepsdynamiek veel belangrijker is.
Als de “ontwerper en verbinder” vroegtijdig contact en overleg hebben met dergelijke partijen op school, dan zou veel effectiever preventief begeleiding kunnen worden geboden aan leerlingen met problemen.

Ook het anti-pestbeleid in Denemarken is bijzonder (interessant)

Profielfoto van Hans Pollen
Adviseur-Opleider

Beste Paulien,

Interessante vraag en dank voor de bijgevoegde info.
Hieronder wat associaties.

Het eerste dat in me opkomt is dat de rolbeschrijvingen gerelateerd zijn aan ‘iemand’. Wat hier als ‘rollen’ staat vermeld had net zo goed als ‘fasen’ kunnen worden opgevat, indien je daarvoor in de plaats de passende werkwoorden gebruikt. Ofwel: wat is de theoretische onderbouwing van die rollen?

Met rolverdeling kom je er niet. Het gaat ook om anders professioneel handelen. Includeren, fantastisch begeleiden om gelijkere kansen te realiseren zijn als kernwaarden voor handelen in te zetten. Ik weet: die komen niet per sé overeen met MAO. Interprofessioneel samenwerken is inderdaad nog te leren, maar wordt eerder ‘geoefend’ indien er sprake is van domeinoverstijging en voorbij organisatiebelangen. Overigens lijkt het voor de hand liggend dat interprofessionele communicatie niet de communicatie met leerlingen en ouders overstijgt. In de praktijk én in theorievorming zie ik zo nu en dan het tegendeel.
Mogelijk interessant een al wat oudere tekst: https://docplayer.nl/13885968-Netwerken-leren-sturen.html.

Waar al eerder over is gesproken (voorheen Advies Centrum Thuiszitters, nu ACT-inclusief)):
Toekenning en gebruik van geld moet worden ontkokerd. Vul een pot met geld vanuit diverse domeinen, en bekostig daar de combinatietrajecten mede uit, aanvullend op regulier, of om te ontstagneren. Regie over gebruik/benutting beleggen bij onderwijs-zorg-commissie die verantwoordt naar de domeinen ( onderwijs en zorg).

Tja en dan n.a.v. bovenstaande ligt het voor de hand aan teamvoming te doen. Dat gebeurt op vele locaties. Maar krijgen de teams wel voldoende mogelijkheden om zich te professionaliseren, de ‘rollen’ uit te voeren, professionele discretionaire ruimtes te claimed en te benutten?

Professioneel handelen is ook visiegestuurd handelen: includeren, fantastisch begeleiden en sturen op realiseren van gelijke(re) kansen in bewustzijn en dagelijks professioneel handelen.

Frequent worden ‘levensgebieden’ onderscheiden bij burgers, kinderen en gezinnen. In al die gebieden kunnen successen en tegenslagen zich voordoen. De correlatie tussen succes of probleem is in de levensgebieden veel voorkomend. Integrale kijk op gezin en kinderen ligt dan voor de hand. Maar bij problemen komen wel heel snel allerlei professionals kijken. Vaak in de functie van ‘toeleiding’: heeft een kind, en volwassene een burger wel recht op ondersteuning? Als ‘argwaan’ systemisch is ingedaald, leidt dat tot moeizame communicatie. Instituut voor publieke Waarden heeft hier een belangrijk onderzoek naar gedaan. Het paper stuur is mee. Als belangrijke vraagstelling geef ik graag mee: moet ondersteuning op basis van maatwerk of regulier? Of is daar ook een volgorde in?

Op de MAO-bijeenkomsten valt me altijd de ‘kind gecentreerde’ overtuigingen op, zowel expliciet als impliciet. Als we betere uitvoeringspraktijk willen, zal de verandering niet vanuit de kinderen komen, die moet je vooral (liefdevol en van kennis voorzien) helpen ontwikkelen. Wat tevens telkenmale ontbreekt is enige aandacht voor een gemeenschappelijk curriculum die leerlingen doorlopen. Visie op leren (van zelf ontdekken tot leren na helder aangestuurde instructie) is nou eenmaal te operationaliseren met in achtnemend van ‘wat moet er geleerd worden’. A.g.v. Artikel 23 grondwet zal de aandacht voor het curriculum bij door ministerie gefinancierde ontwikkeltrajecten minder aangestuurde aandacht krijgen: het is een verantwoordelijkheid van de school. Binnen het MAO-programma zou dat een programmalijn moeten worden, is mijn overtuiging.

En zo is er wel een zeer uitgebreide reactie tot stand gekomen. Ik ben net als jij, Paulien, benieuwd naar reacties.

Gr. Hans Pollen